Kinderen en bewoners van verpleegcentrum Lindestede in Wolvega maken samen bloemen van was. Iedereen doet dit voor het eerst, samen ontdekken ze materiaal, techniek en vorm. Het plezier en de voldoening delen ze. Er komen, extra verrassing, onvermoede talenten tevoorschijn.
Als alle bloemen klaar zijn, maken we er een boeket van. Het bloemstuk zal, in brons vereeuwigd, een permanente plaats krijgen in de nieuwe beleeftuin van het centrum.
Intussen zijn er al een heleboel bloemen gemaakt, de twee voorgaande groepen hebben flink hun best gedaan, terwijl ze genoten van elkaars gezelschap en de nieuwe ervaring.
De eerste keer voor de derde groep
De derde en laatste groep is aan de beurt. Op tafel staan kleurige boeketten, er liggen tuinbladen en flora’s en voor elk duo ligt er er een placemat klaar met wat boetseerwas en een takje Acht nieuwe leerlingen vormen duo’s met acht nieuwe bewoners, deze keer hoofdzakelijk mannen, niet allemaal zo oud, wel met geheugenproblemen.
De sfeer is heel anders dan met de vorige bewoners, die bijna allemaal hoogbejaard zijn. Het vormen met was is ook in deze groep een flinke uitdaging. Eerst een plukje was warm maken in de handpalm, dan rustig kneden tot het zacht genoeg is om te verwerken. Een beginnetje maken door een bolletje goed aan de tak te kneden. Daaraan vast de bloemblaadjes. Rozen zijn favoriet. ‘Roosje m’n Roosje, dat is een liedje’. Ik stimuleer ze om de plaatjes en de bloemen op tafel te gebruiken als inspiratiebron en als houvast, maar niet als dwingend voorbeeld, zodat de eigen fantasie een kans krijgt. De kinderen nemen veelal het voortouw, maar de bewoners laten zich ook niet onbetuigd. Meeldraden ‘voor het stuifmeel’, een stamper in het midden en bladeren langs de steel ‘dat is wel uniek, hè?’ en soms doornen.
Beeldende en verbale talenten
J. zat eigenlijk klaar om te gaan vissen, maar er lag nog een restje ijs op de vijver, dus dat ging niet door. Hij gaat zitten, pakt wat onwennig een stukje was en probeert een plat klaverblad. Daar kijkt hij een tijdje tevreden naar. Dan buigt hij de hoeken om en er ontstaat een ruimtelijke vorm. Hij krijgt er lol in, ontdekt opgetogen dat hij dit goed kan. Blaadje voor blaadje bouwt hij zorgvuldig op tot hij een grote tros heeft gecreëerd, langs de hele lengte van de tak die als steel dient. Tegelijkertijd maakt hij grapjes met A, de leerlinge naast hem.
Meneer B. kwam moeilijk uit bed, maar eenmaal gearriveerd geniet hij zichtbaar en omkleedt alle gebeurtenissen met prachtige, bloemrijke formuleringen. Hij zou de bloem (‘een rode roos’) het liefst op het graf van zijn vrouw leggen om dit met haar te delen. We vinden vast wel tijd om een extra bloem voor haar te maken.
Het is een levendige ochtend. De leerlingen gaan, vol van deze nieuwe ervaring, druk napratend op weg naar school. Volgende week de laatste keer alweer…