Een bloeiend voorjaar in Lindestede

jong en oud boetseren samen

Het voorjaar is nog niet begonnen, hoewel… in de tuin staan de eerste groene sprietjes van de sneeuwklokjes al boven de grond. En we hebben gezien dat de dagen weer gaan lengen. Het voorjaar is toch al, heel pril, in aantocht.

Jong en oud boetseren samen verse bloemen van was

Dat kunnen we helemaal goed merken in Wolvega. Vanmorgen schiepen acht leerlingen uit groep 8 van de Sint Franciscusschool samen met acht bewoners van verpleeghuis Lindestede nieuwe bloeivormen van was.

Inspiratie

Op de tafel stonden vazen met bloemen als inspiratie. Er lagen tijdschriften vol bloeiende planten, evenals tuinboeken en flora’s. In tweetallen bekeken de leerlingen en de ouderen de plaatjes in de boeken, roken aan de bloemen en voelden hoe die in elkaar zaten. Intussen maakten ze kennis met elkaar.

‘Vroeger was een heel andere tijd’

De leerlingen en ouderen gingen met elkaar in gesprek terwijl ze samen aan de wasbloemen werkten. Met sommigen klikte het meteen, anderen hadden wat meer tijd nodig voordat er een gesprek op gang kwam. Een van de dames vertelde dat zij vroeger op school zulke dingen nooit deden:  ‘Dat was een heel andere tijd’. Ze voelde zich daardoor erg onhandig en liet het werk dan ook graag over aan de jongen naast haar. Een meneer maakte heel geconcentreerd gedetailleerde bloemen die allemaal plat waren, als viooltjes. En een tweetal boetseerde een bloem zó vol bloemblaadjes dat hij zwaar werd van de was.

Er zijn composiet-bloemen gemaakt, volle rozen en tere kelkjes. En wat was het gezellig en wat hebben ze genoten van elkaar en het boetseren! Volgende week vrijdag gaan ze verder.

In de Stellingwerver stond vanmiddag al een vrolijk bericht

Herfstdepressie? Geen tijd!

opgenomen in de collectie Wilploo en Rijksmuseum Twenthe, Enschede ©Birgit Speulman

November

Als de eerste storm van de herfst zich aandiende zei mijn vader altijd: ‘bijna jarig!’ Hij op 8, ik op 10 november.
Mijn eerste cadeau deze maand was de verrassing dat een ets van mij, die deel uitmaakt van de collectie Wilploo, maandag 5 november 2013 is opgenomen in de collectie van het Rijksmuseum Twenthe, Enschede.

Op de Dag van de cultuureducatie zag ik heel veel oude (en nieuwe) collega’s terug, fijn om elkaar weer te zien. Ook zo’n dag is weer een cadeautje, al moet ik nu wel zelf de rekening betalen.

ontwerp lesmateriaal Appelscha

Boerestreekweek

P1170092

Op 7 november had ik een hele leuke dag met groep 6, 7 en 8 van de Riemsloot in Appelscha. Voor het KEK- project Boerestreekweek ontwierp ik lesmateriaal en onder mijn leiding zetten de leerlingen de Boerestreek opnieuw op de foto, de aanzet voor een ontwerp voor ‘de nieuwe Boerestreek’.

De Leergang Cultuuronderwijs in Groningen is bijna afgerond, mijn afsluitende essay heb ik ingeleverd. Het was een hele uitdaging, ik ben benieuwd naar de reacties. Binnenkort meer op dit blog.

Op mijn verjaardag werd ik al vroeg gewekt door timmergeluiden. Buurjongens Fenno en Melle maakten cadeaus en kwamen ook nog zingen!

cadeau

foto's les 3 Tekenskoalle

Intussen is de Tekenskoalle goed op gang gekomen, zijn er 3 lessen geweest en heb ik de eerste coachingsbezoeken afgelegd. Er ontstaan al echte Tekenskoalle- klassen in Zuidoost Friesland.

Ook het creatief leerproces in groep 5-6 op de J.B. Kanschool gaan lekker door.

10824887733_5f0ccf837b

En de komende tijd, naast de Tekenskoalle, de J.B. Kanschool en een nieuw plan voor een school in Haulerwijk, aan het werk voor de tentoonstelling Human Nature in de Hoeve.

Mosterd zonder maalTIJD

Niet geplaatst in de Leeuwarder Courant:

Stilstaan bij de tijd

Door Sandra Bos

,,How time flies.’’ Deze uitspraak van Stan Laurel in de film ‘Block Heads’ slaat op bijna alle werken in de expositie ‘Tijd’ in het Batavushuisje in Nijeholtwolde. Waar de kijker eigenlijk langs de serie prints van Birgit Speulman moet ‘vliegen’, nodigt Martin de Jong hem uit om de tijd te nemen om twee huizen uit zijn jeugd te zien in een van papieren stroken gevlochten werkje. Initiator Sigrid Hamelink zelf is vooral geïnteresseerd in vertraagde tijd.

Hamelink daagde zes kunstenaars uit om iets te doen met het gegeven ‘tijd’. ,,Het idee over tijd duikt elke keer weer op’’, zegt Hamelink. ,,Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw zijn de ontwikkelingen heel snel gegaan. Daarmee is ons besef van tijd heel erg veranderd. Ondertussen bestaan de langzaam veranderende processen, zoals die in de natuur, ook nog.’’ Het resultaat is een expositie waarin de deelnemers ieder hun eigen stempel op de tijd drukken, en die zeker naar meer smaakt.

In het Batavushuisje kan de bezoeker stilstaan bij de tijd. Birgit Speulman, Gerlinde Habekotté, Jacomijn Schellevis, Marcel Prins, Martin de Jong en Sjaak Kaashoek delen hier hun eigen tijdsbeleving. In aanzetten, schetsen, voor een nieuw, groter kunstwerk en in werken waarmee de tijd nog wat te verhapstukken heeft tot ze op zijn.

Een aanzet voor iets groters zijn de prints van Birgit Speulman. Speulman legt iets vast wat haast niet vast te leggen is: dat wat je ziet als je in de auto met hoge snelheid langs een rij bomen rijdt. De stammen flitsen aan je voorbij als in een zoötroop, een draaiende cilinder met sleuven die plaatjes optisch laat bewegen, een voorloper van de animatiefilm. De losse prints hangen dicht opeen aan de wand, in een montage zijn de beelden na elkaar te zien. Het zijn ritmische gelaagde afbeeldingen die zelfs als statische plaatjes iets monumentaals in zich dragen. 

Een blikvanger is de levensgrote zwaan van Jacomijn Schellevis. Deze bestaat uit 830 kaarsen. Van een afstandje zie je een dode zwaan op de grond liggen, zo levensecht ziet het eruit. Schellevis houdt zich in haar werk bezig met de dood en vergankelijkheid en laat zich daarbij inspireren door de voorchristelijke dodencultus in Mexico. Zo zijn er van haar ook afdrukken te zien van dode vogels. Het afdrukken van de dode dieren is voor Schellevis zelf een dodenritueel. Met de kaarsenzwaan wil zij de vorm van de zwaan bewaren in een rituele handeling, die herinnert aan de tijdelijkheid van alles.

Een andere blikvanger is de ‘fiets’ van Gerlinde Habekotté. Habekotté erfde de fiets van haar oma in Oostenrijk en bewerkte hem, met een knipoog naar de ‘Do it yourself’-cultuur, tot een fiets waarmee je hooipakketjes kunt persen. Zo verenigt zij nostalgie naar haar eigen jeugd met het huidige mondiale vraagstuk over de omgang met de natuur en het verlangen naar autonomie in een Dogtroep-achtig kunstwerk, dat net als enkele andere objecten in de expositieruimte, een glimlach oproept.

De tentoonstelling is alweer voorbij, “how time flies”. Mosterd zonder maaltijd… Zo zag het eruit: Zoötroop

De laatste berichten uit 2010 en 2011

De oude website

Deze werkt niet meer naar behoren. De links in het blogarchief werken niet meer en ik kan er niet achter komen hoe dat komt. Daarom, voor de liefhebbers, hieronder de laatste artikelen van deze website.


mooi

Mooi?

18 jun 2011

Wat je mooi vindt, wil je vasthouden.

Door echte schoonheid word je gegrepen, betoverd en ontroerd, alles tegelijk. Wat echt mooi is verveelt nooit. Dans, theater, muziek, beeldende kunst bieden schoonheid die boeit, betovert en ontroert. Daarom is kunst veel meer dan een statussymbool, een economisch belang of vermaak voor de elite. Het stelt mensen in staat echte schoonheid te ervaren.

Toen ik klein was waren mijn tekeningen altijd mooi en mijn nieuwe kleren ook. Mooi was duidelijk: van mooi werd ik gelukkig.

Toen ik acht was leende ik Alleen op de Wereld. Eerst vond ik er niets aan, ik hield van Puk en Muk, Pinkeltje en Snabbeltje. Volwassenen zeiden dat het een mooi boek was, Alleen op de Wereld. In plaats van Saskia en Jeroen kreeg ik voor mijn verjaardag Loeloedji, rode bloem, van Toos Blom. Mooi was moeilijk en droevig. En zeker niet lekker. Ik begreep nog niet zoveel van mooi.

Als tiener ontdekte ik de fotografie. Ik maakte foto’s van zonsondergangen met veel oranje en paars. Kitsch, praatte mijn vriendinnetje haar ouders na. Iets dat echt is en indruk maakt, wordt afgewezen op grond van de frequentie waarin het eerder vertoond is. Maar had dat vriendinnetje nou gelijk? Ik begreep nog steeds niet zoveel van mooi.

Toen ik veertien was stond ik op een dag oog in oog met een wandvullend schilderij van Pollock. Dat- ie de verf op het doek had gedruppeld en gegooid vond ik niet zo interessant. Spannend vond ik wat de kleurvlekken met me deden. Het schilderij bewoog, het leek te leven. Mooi was spannend.

Op de kunstacademie vond men mijn werk te esthetisch. Nog te weinig levenservaring zeiden ze. Het schuurde niet genoeg, het was te braaf, het deed geen pijn, er was geen conflict. Mijn angsten, twijfels en wanhoop wilde ik er ook liever buiten houden.

De weerslag van de directe ervaring dan. Of de directe weerslag van de ervaring. Is dat mooi? Het is vooral direct. Confronterend dan? Dat ligt aan de ervaring, of aan de weerslag maar is het mooi? Ik wist het nog steeds niet.

Ik weet wel, wanneer ik iets mooi vind. En ik heb ook geleerd te kijken, na te denken en te beargumenteren waarom. Eigenlijk is er geen argument. Wat je mooi vindt, wil je vasthouden. Net als liefde. Je wordt erdoor gegrepen, betoverd of ontroerd.

Maar het kan kapot.


cultuur

Cultuur! Juíst nu

20 okt 2010

Cultuur is niet het verwende subsidiewatje dat maar eens het huis uitgeschopt moet worden om op eigen benen te leren staan. Musici, acteurs, beeldend kunstenaars, filmers, schrijvers en dansers steken al hun tijd en energie in hun werk. Cultuur is geen hobby. Nooit geweest.

In Nederland zijn er een aantal zaken waar we met zijn allen voor zorgen, waar we als burgers van dit land medeverantwoordelijk voor zijn. Snelwegen, dijken, voetbalclubs, klaslokalen, gevangenissen, Joint Strike Fighters, huisartsen, lantaarnpalen en zo. Omdat we daar allemaal baat bij hebben. Ik? Welnee. Ik hoef die snelweg niet, want ik neem de trein. Ik woon boven NAP, dus die dijk is voor mij niet nodig. Voetballen vind ik geen feest, ik ben te oud om in een klaslokaal te moeten zitten, ik ben geen crimineel en ik wil ook niet iedereen opsluiten die mij niet bevalt. Ik vind straaljagers ondingen, bij de dokter kom ik zelden en zonder lantaarnpalen kan ik de weg in het donker ook wel vinden. Toch betaal ook ik aan al deze zaken mee.

Elitair

Ineens is het stoer om te roepen dat je niet wilt meebetalen aan cultuur. ‘Ik ga nooit naar een museum, of naar een balletvoorstelling, moet dat betaald worden van míjn centen?’, lees ik in reacties bij krantenartikelen over de subsidiekortingen op cultuur: ‘Schaf maar af’. Ach, wat maakt het uit. Je treft er toch alleen maar elitaire linkse oudere dames mee. En elitaire linkse oudere dames, dat weet iedereen, die zijn totaal onbelangrijk.

Cultuur is van ons allemaal

Zelf hebben de mensen die cultuur willen afschaffen nooit muziek aan. Ze kijken nooit televisie, hun muren zijn kaal, ze gaan nooit uit en ze kopen ook nooit leuke kleren. Maar dat doen ze wel! En ook dat is cultuur! Alles wat door mensen wordt gemaakt is cultuur. Cultuur kun je niet zomaar afschaffen, want het is van ons allemaal. ‘En die kostbare orkesten dan, die musea met waanzinnig dure schilderijen? Daar komt alleen de elite, waarom zou ik daar aan mee moeten betalen?’ Welke elite? Een elite die kunst op waarde weet te schatten? Is er iets mis met schoonheid? Is er iets mis met smaakverschillen? Voor popfestivals wordt ook subsidie gegeven. Ik ben bang dat jaloezie hier een grote rol speelt. Jaloezie op het talent, dat het dankzij bloed, zweet en tranen tot op dát podium heeft geschopt. Jaloezie op het geluk waardoor een enkeling kan leven van de kunst.

Uniek

Sommige cultuur is kostbaar. Waardevolle cultuuruitingen zijn vaak erg kostbaar. Omdat ze bijzonder zijn, omdat ze ontroeren of uitnodigen tot reflectie, omdat ze verleiden én verontrusten, omdat ze uniek zijn. Wat uniek is, kan niet massaal snel en goedkoop geproduceerd worden in lagelonenlanden. Bijzondere culturele producten kosten aandacht, tijd, arbeid en geld. Wanneer we daar niet met zijn allen voor zorgen, zijn we straks een land zonder theaters, zonder musea en zonder concertzalen. Zonder kunstenaars.

Als die er niet meer zijn, moet ik me laten ontroeren door een lantaarnpaal.

Beeld Marcel Prins Zonnestraal


vroeg

Tijd en ruimte

19 aug 2010

Toen we zaterdagochtend 14 augustus om tien voor vijf van huis gingen was het echt stil. En donker. Hoe dichter we bij Spanga kwamen, hoe meer auto’s we zagen. Ook naar Nynke Laverman? Een concert om zes uur ‘s ochtends, in de Rottige Meenthe. Bij zonsopkomst. Mooi en heel bijzonder.

De Rottige Meenthe is een moerasgebied ontstaan door vervening. Deze zomer is het moeras ook het decor van twee beeldende kunstroutes: Out of Space en de Scheene kunstroute.

Out of Space laat beelden zien die het landschap als uitgangspunt hebben. Grote beelden en installaties die een interactie aangaan met het landschap, ruimte en de beperkingen van de ruimte. Aarde en water, hout, riet: een sloot, een rode hut, een observatorium, ijzeren lijnen, berken met doorns van naaldhakken. Zeer de moeite waard en een prachtige wandeling. Maar zes kilometer, toch goed voor 3 uur.

De Scheene kunstroute voert langs locaties waar vooral schilderijen en beelden binnen te zien zijn, en gedichten buiten. Een verrassing vond ik het werk van Dirk Kerst Koopmans. Ook verrassend zijn de plekken: we zagen een prachtige tuin, een terrein waar onderdelen van landbouwmachines wachten op herstel, een verstild groen kerkje en een winkel van Sinkel waar alles te koop is wat je nodig zou kunnen hebben.


kunsteducatie

Kunsteducatie

18 jun 2010

Lekker voor de klas met druktechnieken! Terug naar de basis.

Na de Academie van beeldende kunsten begreep ik al snel dat in mijn eentje op mijn zolderatelier grafiek maken niet echt iets voor mij was. Ik gaf me op voor de Pedagogisch- Didaktische bijscholing en meteen daarna voor de bijscholing Taaldrukken. Van Taaldrukken werd ik echt enthousiast.

Sindsdien heb ik lesgegeven in taaldrukken, ontwerpen, druktechnieken en schilderen op scholen, boeken maken voor kinderen, illustreren voor volwassenen en vanaf 1991 ben ik ook consulent bij het Koorenhuis in Den Haag.

Consulent in wat? Toen ik begon heette dat kunstzinnige vorming. Tot een jaar of twee geleden heette het kunsteducatie, en tegenwoordig, in ruimere zin, cultuureducatie. Waarbij het niet gaat om cultuur in tegenstelling tot natuur, immers, dan zou alle educatie cultuureducatie zijn en is de toevoeging cultuur overbodig.

Cultuurnetwerk.nl zegt het zo:

Alle vormen van educatie waarbij cultuur als doel of als middel wordt ingezet. Cultuureducatie is leren over, door en met cultuur. Deze omschrijvingen sluiten puur instrumenteel gebruik van cultuur, zoals het versterken van sociale cohesie, niet uit. Meestal is echter sprake van cultuurgerelateerde doelstellingen: kennismaking met of verdieping in kunst, cultureel erfgoed en/of media. Ook het genieten, leren beoordelen, en zelf beoefenen hoort daarbij. 
Cultuureducatie is ook de verzamelnaam voor kunsteducatie, erfgoededucatie en media-educatie.’ Als consulent mocht ik tot voor kort mooie leskisten en projecten ontwikkelen. Dat doen we bij het Koorenhuis niet meer. Wel kunnen scholen mij en mijn collega’s raadplegen voor de invulling van hun cultuurbeleidsplan.

Inmiddels ben ik met Marcel Prins in Jubbega-Schurega, in de oude mr. J.B.Kanschool, AlleskAn begonnen. Hier kan ik ontwikkelen wat ik wil. Vooralsnog zijn dat lessen en workshops. Die geven we zelf. En natuurlijk willen we ook hier wel scholen adviseren voor de invulling van hun cultuurbeleidsplan.


tentoonstelling bij Kunstwerf

Als een mijmering over een wateroppervlak

26 feb 2010

Uit het persbericht van de Stichting Kunstwerf: … werkt het subtiele spel van compositie juist door de tegenstelling heel sterk. Haar werk vraagt meer aandacht en geeft veel terug.

Het hele persbericht:

OOSTERWOLDE – De eerste tentoonstelling in het Kunstcafé 2010 was er eén van grote kwaliteit. De monumentale bijna gebeeldhouwde tekeningen van Age Hartsuiker, overrompelden de toeschouwer onmiddellijk bij het betreden van de ruimte. Dat komt door de geconcentreerde eenvoud, de consequent volgehouden tegenstelling van licht en donker. Zelf zegt Age daarover: “ik vermijd kleurgebruik omdat ik daarin de puurheid van vorm en ritme verlies”. Het liefst gebruikt hij houtskool, op speciaal geprepareerd doek met daaroverheen een fixeerlaag, die hij na jarenlang experimenteren gevonden heeft. Er is geen plaats voor nuance, het lijkt een gevecht. In het werk van Birgit Speulman daarentegen, die met kleine digitale printen wat verpletterd lijkt te worden, werkt het subtiele spel van compositie juist door de tegenstelling heel sterk. Haar werk vraagt meer aandacht en geeft veel terug. Als een mijmering over een wateroppervlak. De gescande materialen, ijzer, een stuk lood, een spijker, een draad, geven voorzichtig geschoven, laag over laag, een landschap met een horizon bloot. Daarin zijn vormen als bomen, de bedding van een rivier of een plotselinge heuvel te ontdekken, als je maar lang genoeg kijkt. Haar foto’s van scheepsdekken, bomen en fabrieksterreinen zijn directer maar getuigen van eenzelfde verstildheid. Marcel Prins tenslotte pakt uit met maar liefst 39 ruimtelijke stapelingen van gevonden materialen. “Overal waar ik kom kijk ik om me heen en vind van alles”, zegt hij erover. Van afwasborstels tot uitgefreesde stukken muur alles blijkt bruikbaar. En inderdaad de ingenieuze stapelingen met titels als Koekoeksnest of Geisha veranderen van losse elementen inderdaad tot gestalte tot Koningin tot Polonaise, dat is het knappe en het magische ervan. Zaterdag werdt de expositie opgeluisterd door Alex Kort op de Rockin’ Chair van Harco Rutgers en Sybrand Seine vertolkt op de basbariton saxofoon de zondagmiddag prachtige nummers van Dizzy Gillespie, Charlie Parker en andere jazzgiganten, melancholisch bijna fluisterend. Wat een feest.

Gepubliceerd in: De Nieuwe Ooststellingwerver